De eerste leesboekjes
In de OBA staan de eerste leesboekjes bij elkaar. Deze leesboekjes zijn opgebouwd volgens een vast schema, met grote letters, korte woorden en op elke regel een nieuwe zin. Tekeningen zijn belangrijk en ondersteunen het verhaal.
Hoe herken je de eerste leesboekjes? Op het rugetiket van het boek staat de letter E (van Eerste leesboekje) met daaronder de niveau-aanduiding AVI. Het AVI geeft een gemiddeld leesniveau aan, soms zijn kinderen sneller of langzamer met leren.
Welke AVI-niveaus zijn er?
AVI-start (start groep 3)
- woorden van één lettergreep, die je uitspreekt zoals je ze schrijft
- korte zinnen- elke zin begint op een nieuwe regel
- geen hoofdletters
Voorbeeld: pim gaat naar miep
AVI-M3 (midden groep 3)
- woorden van één lettergreep met een d of b aan het eind
- korte zinnen
- twee medeklinkers aan het begin of eind van een woord
Voorbeeld: een spin in zijn web
AVI-E3 (eind groep 3)
- ook woorden van twee lettergrepen die je niet precies schrijft zoals je zeuitspreekt (tafel, komen)
- woorden met veel medeklinkers aan het begin of het eind (springt, vangt)woorden met voorvoegsels (ge-, ver-, be-)- hoofdletters
Voorbeeld: Vandaag schijnt de zon op het water
AVI-M4 (midden groep 4)
- ook woorden van drie of meer lettergrepen
- woorden die eindigen op –ng, -lijk- korte hoofdzinnen en bijzinnen
Voorbeeld: De ouders van Bo maken elke avond een wandeling
NB Het AVI geeft een gemiddeld leesniveau aan, soms zijn kinderen watsneller of langzamer met leren.
naar de tips om je kind te helpen met leren lezen
En daarna?
Door veel te lezen gaat je kind ook steeds makkelijker en vlotter lezen. Leesplezier is heel belangrijk, kies daarom samen met je kind boeken die aansluiten bij interesses en belevingswereld. In de OBA zoek je bij de A-boeken (6-9 jaar). Deze boeken staan niet meer op AVI-niveau, omdat je kind nu alle teksten kan lezen. Vooral het tempo bepaalt nog het leesniveau. Denk ook aan informatieve boeken en strips, sommige kinderen houden daar meer van.