Boekenblog 202: Herman Pieter de Boer: 9 februari 1928 -1 januari 2014

Gepubliceerd op: 3 januari 2014 15:30

Natuurlijk, het gaat allemaal in de necrologieën – terecht – over zijn prachtliedjes, die u en ik moeiteloos meezingen, zonder zelfs te weten dat we ze uit ons hoofd kennen: ‘Op een onbewoond eiland’,’ Ik heb zo waanzinnig gedroomd’, ‘Annabel’, ‘Visite’.

Ook het onvolprezen ‘Oh, Waterlooplein’ van de nog onvolprezener Johnny Kraaykamp en Rijk de Gooijer is van hem, onder het fraaie pseudoniem Johnny Austerlitz – ongetwijfeld een rechtenkwestie. De Bkant van deze originele Nederlandse cover is ook een tijdsbeeld: ‘In een slaapzak op de Dam’. Die tekst is niet van Austerlitz en dus ook niet van Herman Pieter de Boer, want over deze op Nieuwjaarsdag overleden grootmeester van het woord gaat het eerste Boekenblog van 2014.

Lé6

Talloze auteurs gaan eigenlijk een heel leven met je mee, en ook met talloze boekenvrienden. Ze zijn er, maar ondanks hun grote verdiensten vallen ze je niet op. Meestal komt dat door hun bescheidenheid, maar ook wel omdat ze geen “grote literatuur” schrijven. Voorbeelden: Michel van der Plas, Jan Boerstoel, Dimitri Frenkel Frank, Martin Veltman. Vaak werken ze ook op de grens van artisticiteit en commercie –tot ze op een gegeven moment een keus maken, vaak na bezinning: “die reclamewereld is ook niet alles, ik ga het nu volgens mijn eigen normen doen`, lijken ze te zeggen.

 

De Boer is hier een prima voorbeeld van: “ Sinds 1954 leeft hij uitsluitend van de pen: reklameteksten, journalistiek werk,liedjes,teksten voor radio, televisie en theater. In 1972 verhuisde hij van Amsterdam naar Giethoorn, naar “het geheimzinnige platteland”, waar zijn werk zich verdiepte.” (Wiel Kusters, in Herman Pieter de Boer, in de serie Lé6:informatie over schrijvers en boeken voor mavo/lbo, 1979, uitgegeven door het Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum).

 

Deze alinea roept een hele wereld bij me op. Ik heb wel twee blogs voor nodig om dat uit te leggen. Heel kort: Wiel Kusters, de latere hoogleraar die in 1978 in opdracht dit boekje schrijft, de “leuke” serietitel Lé6, een boekje over een niet zo literatuurachtige auteur – het is tenslotte voor mavo/mbo. Een bibliotheekorganisatie die aan de mogelijke vraag van mavoleerlingen tegemoet wil komen, zonder zichtbaar op de hurken te willen gaan. En dan die “verdieping” in Giethoorn, waar toen veel goede auteurs,tekenaars en journalisten woonden, die elkaar zeker inspireerden : Rijk de Gooijer vanzelf, Peter van Straaten, Eelke de Jong. In de drank vonden ze ook veel verdieping. Het is overigens een prima boekje hoor, met zeldzame foto’s (en opdrachten voor de leerlingen!).

Opnieuw debuteren

Kusters gaat vooral in op het misschien tweede debuut van HP, De vrouw in het maanlicht en andere zonderlinge verhalen, geïllustreerd door Pat Andrea (1973; 3e druk, 2006). Ze sloegen bij mij in als een bom. Dat je met zulke gewone woorden, met zulke grappige tekeningen, met zo weinig taal vaak, zo veel humor en spanning kon oproepen. Het was of ik terugkeerde naar mijn kleutertijd waarin ik sprookjes, vreemde gebeurtenissen moeiteloos in me opnam. De Boer liet zich inderdaad door sprookjes en volksverhalen beïnvloeden, en voegde er iets aan toe: de verhalen speelden meestal niet in een onachterhaalbaar verleden, maar in een (bijna) herkenbare tijd. Plus wat onversneden maar niet kwetsende erotiek. Het was een prachtboek! De opmaat tot nog veel meer boeken, die ik helaas lang niet allemaal las, want ja, HP de Boer, geen literatuur, hè. Gelukkig stonden zijn verhalen wel heel lang in HP/De Tijd.

Zalig zijn de schelen

want zij zullen God dubbelt zien, uit 1972, samen met Betty van Garrel, herlas ik in 2012.Geestig,origineel, fictie,non/fictie,verhalen,exposés, geklets,prachtig!

De inleiding in (het dus niet door mij gelezen) Verhalen van lust en liefde (2005) zegt het zoals een echte schrijver betaamt.

`De verhalen in deze bundel spelen in allerlei tijden tussen middeleeuws en hip, tussen oorlog en vrede, tussen soiree en safari, tussen taftzij en jeans. Soms neem ik u mee naar een stadspark, dan weer het boerenland of het strand )’. Maar hoe dan ook, het hele boek door is er sensualiteit, er is en gebeurt,van zoet tot zinderend. Ik wens u plezier, tranen, lust en liefde.`

Herman Pieter de Boer, dank je wel!

Leo Willemse