Boekenblog; Tonio-boek en film
Op dezelfde dag, 26 oktober 2016, dat ik Tonio, een requiemroman (2011) door A.F.Th.van der Heijden uitlas, bezocht ik de recente, gelijknamige film. Tonio is het verhaal van het fatale ongeluk van zijn zoon, en de uitwerking daarvan op de auteur en zijn echtgenote. Hoe zou dit dieptreurige relaas, zo magistraal en zonder enig zelfmedelijden opgeschreven, in beeld zijn weergegeven?
Eindelijk betaalde het uitgestelde lezen zich uit. Vrijwel iedere scène in de film kon ik meteen naar het boek terugbrengen, en ook beoordelen.Om u niet in spanning te houden: de film is al even ontroerend als het boek. Pierre Bokma en Rivka Lodeizen zijn perfecte acteurs voor de loodzware rollen, Chris Peters speelt Tonio heel naturel, regisseuse Paula van der Oest blinkt uit in terughoudendheid, invoelbaarheid.
Tonio is van der Heijden’s beste boek. Nooit gaat hij een beter boek schrijven. Hij wil ook helemaal geen beter boek schrijven. Over dit boek heeft hij nooit willen nadenken. Wie wil een requiem schrijven over zijn eigen zoon- ons lieve jongetje?
Aanleiding
A.F.Th. van der Heijden (Geldrop,1951) is al decennia een vaste waarde in de Nederlandse letteren. Hij debuteerde als Patrizio Canaponi, en de jonge AFTh had ook wel wat weg van een jonge Italiaanse god. Daarna werkte hij aan twee langlopende projecten: De tandeloze Tijd en Homo duplex. Tussendoor verschenen dan briljante, aangrijpende requiems, die soms wel, soms niet weer onderdeel waren van die projecten. Weerborstels: een intermezzo (1992) bijvoorbeeld, een van de beste Boekenweekgeschenken ooit. Maar welk boek je ook las, je werd altijd weer meegesleept, want vertellen, componeren, formuleren kan AFTh als weinig anderen. Zo schreef de voormalige Brabander uit een arbeidersmilieu, al snel een gesetteld en gevierd auteur in de Concertgebouwbuurt, voort aan zijn leven in de breedte.Zijn werkkamer is legendarisch: in een enorme ruimte liggen de manuscripten op verschillende werktafels, met bijbehorende schrijfmachines. " Kom er niet aan, Mirjam!" Een smartelijke scène, want Mirjam nergens aankomen, maar in hun ellende is het onoverkomelijk.
Mislukking en schaamte
Achterin elke AFTh staan alle edities vermeld van de tot nu toe verschenen boeken, plus, boeken in voorbereiding. Jan Wolkers deed dat ook, al verschenen sommige titels nooit, jammer genoeg. Van der Heijden plant dus ook heel nauwgezet. Tot Zwarte Pinksterdag 2010. Adri geniet op Pinksterochtend alvast van Dag Nul, de volgende dag. Dan begint hij aan de grote roman Kwaadschiks. Het schema hangt klaar. (Meteen weet je als lezer dat schrijven ook "gewoon" werk is, niks “inspiratie wanneer die zich aandient”, maar een stipt uitgezette route.)
Dan gaat de bel, Mirjam schreeuwt en hun leven is nooit meer wat het was. Het is kapot. Van der Heijden’s leven is vanaf dat moment mislukt. 633 pagina's verder is dat nog steeds zo. Hij blijft zich schamen dat hij niet heeft kunnen voorkomen wat Tonio is overkomen. Van der Heijden kàn niet anders dan alles terug redeneren naar zijn falen, mislukking, schaamte, tot aan het moment dat hij, in 1978, Minchen heeft ontmoet. Was dit niet gebeurd, dan was Tonio niet dood. (In de film gebruikt Bokma nooit het koosnaampje Minchen; hij zegt Mir- uit eerbied?)
Leeservaring
Schrijven is voor veel auteurs de fantasie het werk laten overnemen van de realiteit. Dat geldt ook voor AFTh. Maar: “Mijn vader gebruikt altijd de werkelijkheid in zijn boeken”, zegt Tonio. Die werkelijkheid is in Tonio wel heel wrang, want daar hoef je geen fantasie meer bij te gebruiken. Als AFTh dat toch doet, is het vooral om terug te redeneren naar hoe het kon gebeuren. Dat mondt in het boek uit in de werkelijk onvoorstelbaar goed vertelde, tragische tocht naar De Plek, tijdens de rondvaart van het Nederlands Elftal, na de verloren WK voetbalfinale. Dààr, hoek Stadhouderskade/Hobbemakade, verongelukte Tonio. Als deze roman fictie zou zijn, zou je spreken van een mythologische tocht, zoals daar bij AFTh vaak sprake van is. Maar dat is in Tonio volstrekt niet aan de orde. Hier is een vader op zoek naar hoe het onvoorstelbare toch gebeurde. En hij, en zijn vrouw al evenzeer, kunnen het niet verwerken, ook niet door een boek te schrijven dat Tonio in leven houdt. Want Tonio in leven houden is onmogelijk, ook al schrijf je nog zo goed.
Leo Willemse