Boekenblog; Beschreven Levens: Jan van der Vegt
Hoe kies je uit de overvloed van boeken nu juist dat ene te lezen boek? Het toeval speelt een grote rol. Nooit gedacht dat ik mij zou storten in het leven van de dichter Jan G. Elburg, tijdgenoot en vriend van Vijftigers als Lucebert en Kouwenaar. Tot ik ontdekte dat hij op eenjarige leeftijd, in 1920, met zijn ouders (dat dan weer wel) verhuisde naar de Van der Pekstraat in Amsterdam-Noord.
En Noord, voorheen cultureel zo onderbedeeld, heeft bij mij een streepje voor. Nog leuker: al lezende blijkt dat Jan Jofriet, beter bekend als de dichter Gerard den Brabander, als postbeambte werkt in de naburige Bremstraat. Den Brabander! Dronkenlap, sjacheraar maar ook zeer gewaardeerd door Gerard Reve vanwege zinnen als ik kleine slaaf van poëzie en taal .
Jan G. Elburg (1919-1993)
In 2012 verscheen De man met de drietand, door Jan van der Vegt. Heel levendig vertelt hij over de jeugd van Jantje in de gloednieuwe van der Pekbuurt. Elburg gaat naar de Distelschool en distels komen vaak in zijn werk terug, laat de biograaf zien. Van der Vegt zet Elburg neer als een stekelige persoonlijkheid, een haantje-de-voorste ook. Tijdens zijn dienstplicht ontpopt hij zich als scherpschutter, en toont heldenmoed tijdens de Duitse inval in 1940.
Naast het leven en bijna altijd sneven van de hoofdpersoon krijgt de lezer in een goede biografie ook een tijdsbeeld. Bij Jan G.Elburg zijn dat vooral de jaren ‘40/’50. Toen maakte hij deel uit van de Vijftigers, de groep dichters die het literaire leven van Nederland in de jaren vijftig zo nadrukkelijk bepaalde. Jan van der Vegt beschrijft dat met verve-ook al omdat schilders als Karel Appel, Constant en Corneille tot de vriendenkring van de jonge Jan G. behoorden. Het naoorlogse, verarmde, Amsterdam met de niet minder arme hoofdpersoon en zijn vrienden (Lucebert, Kouwenaar, Bert Schierbeek, Koos Schuur, Hans Andreus, Remco Campert) rijst voor je op: koude zolderkamertjes met een gasstelletje, inwonen, slempen bij Café Eylders en Reynders. Ondertussen schrijven, schilderen, roken en hopen op publicatie. Gek genoeg blijken de dichters en schilders al net zo moeizaam (of makkelijk) relaties te onderhouden als nu. Elburg leeft samen met de tien jaar oudere illustratrice Lotte Ruting, maar scharrelt heel wat af. Lotte blijft vooral bekend als omslagontwerpster van Vestdijkromans. Maar een dubbelbiografie over haar en broer, de vergeten schrijver/bioloog Jos Ruting, zou ik graag lezen.
Natuurlijk gaat de biografie over Elburg ook over zijn gedichten. Van der Vegt citeert rijkelijk, interpreteert graag maar ingehouden. De voor mij vaak zo duistere poëzie van veel Vijftigers krijgt door beschrijvingen van hun dagelijks leven een eerder voor mij onbekende helderheid . Dat geldt eveneens voor de talloze objecten die Elburg maakte. Voor mij maakt dat weer duidelijk dat een kunstenaar nooit zomaar iets opschrijft, al beweert hij dat vaak zelf wel. Elburg was een aanhanger van het surrealisme, maar ja, het onderbewuste is er ook niet zomaar, laat van der Vegt (misschien onbewust) zien.
Jan van der Vegt, biograaf
Jan van der Vegt schreef eerder biografieën over Adriaan Roland Holst, Hendrik de Vries en Hans Andreus. Het boek over Andreus las ik jaren geleden, toen ik vond dat ik meer moest weten van de geliefde kinderboekenschrijver (Meester Pompelmoes!). Maar Andreus schreef ook speelse romans en zeer aansprekende gedichten. Wie kent niet Voor een dag van morgen uit zijn Laatste gedichten (1977).
Waarom koos Jan van der Vegt voor deze vier in hoofdzaak dichters? Wat hebben ze gemeen? Moeilijk te zeggen. Rusteloze persoonlijkheden, die graag op reis gingen; op reis in een tijd dat je niet van dag tot dag kon plannen hoe je reis zou verlopen. Als Elburg in de jaren ’70 naar Schotland gaat, en met name naar de Hebriden, de echte buitenkant van Europa, komt hij in aanraking met de vroegere mystiek van de Kelten. Dan is de link naar Roland Holst snel gemaakt. En naar Van der Vegt ook, want die publiceerde in 1988 al het prachtige Aan de rand van de zee: reizen naar de Hebriden. Na lezing wist ik: dàar moet ik naar toe ( ik ben er geweest en wil terug). Veel verder kom ik niet, eerst nog die biografieën over De Vries en Roland Holst. Wanneer? De stapel toevallig nog te lezen boeken groeit en groeit en groeit. Ik pak de bovenste er af, en schrijf daar dan over, volgende keer. Of toch Hans Andreus? Of Toon Tellegen,75 jaar (18 november)? Of….