Boekenblog 204: Eindeloos praten over boeken!
Natuurlijk is het lezen van boeken heerlijk. Wat je ook leest, hoe je ook leest, op welke leeftijd je al of nog leest, waar je ook leest, uiteindelijk is het altijd plezierig om meningen, zinnen, gedachten van vrijwel altijd een ander dan jezelf tot je nemen. Het heeft mij nog nooit verveeld om te lezen. Ik lees wel eens om me niet te vervelen, maar ik verveel me nooit als ik lees.
Lezen in werktijd ?
Nou, dan zit je in de bibliotheek goed”, is vaak tegen mij en mijn
collega’s gezegd: “Daar kun je zeker wel veel lezen!” Alsof een bakker
in werktijd steeds brood eet. Het is goed bedoeld, maar zeer onjuist. In
werktijd lezen bibliothecarissen niet. Wat ze wel doen is over lezen
praten. Welke boeken, tijdschriften wil ons publiek lezen, wat kunnen
we doen om het lezen van kinderen te stimuleren, ouderen nog aan het lezen te
houden, wat kunnen we met ons budget doen om de juiste boeken aan te schaffen.
Ik ga nu even voorbij aan muziek -en dvd-afdelingen; ik schrijf een
Boekenblog.
Tot 1990 spraken we wekelijks over boeken in de Boekbespreking, waar we besloten
welke boeken voor de bibliotheken in Amsterdam aangeschaft werden. Daaraan
vooraf ging nog een bespreking op je werkplek, zodat je goed voorbereid een
definitieve keus kon maken, als de adjunct-directeur, baas van de
Boekbespreking, je tenminste niet in zijn richting dwong. Generaties van
bibliothecarissen werden zo grote kenners van het boekenaanbod op hun werkplek.
Lezen buiten werktijd
Diezelfde mensen, collega’s dus, waren buiten werktijd vaak met elkaar bevriend. Dat zie je in elk beroep. Bij hun ontmoetingen, thuis, café, concertzaal, verjaardagen, actievergaderingen, ging het dan ook vaak weer over boeken. Ook dan las je niet, maar je praatte wel over boeken. Dat was bijna even fijn. Een eindeloze uitwisseling van herkenning, ontdekking, afkeer, verbazing. Je sloot vriendschap vanwege samen bewonderde boeken, je brak vriendschap af, hoe diep kun je zinken, maar je had vooral plezier in het praten over boeken. Het kwam vooral omdat boeken relatief duurder waren dan nu, later in de uitverkoop of ramsj kwamen, een hogere status hadden. Er hing een aureool van onbereikbaarheid omheen.
Bemiddelaars
Weekbladen, kranten, docenten, ervaren collega’s, schrijvers waren vaak onze bemiddelaars op weg naar nieuwe titels, auteurs, soorten boeken. Ik was bezig met Reve en Buddingh’, vriend R. met strips, vriend H. met gedichten, collega en vriendin E. was weg van Agatha Christie ( en nog veel meer), vriendin en collega I. verzamelde bepaalde edities van Thomas Hardy. Dat je kocht om te verzamelen was nieuw voor me. En daar dan weer over praten, bij het eten, bij de borrel, na de film, de voorstelling -het hield niet op. Het was een perfecte weg naar ons beroep dat ergens in de jaren ’90 informatiebemiddelaar ging heten. Tja, zou Martin Bril schrijven.
Vakantie vierden we het liefst in Engeland, Ierland, daar waren boeken goedkoop en in nog grotere overvloed verkrijgbaar, met een volle achterbank kwamen we terug, onderweg pratend over al die mooie boeken die alleen nog gelezen moesten worden. Als we wandelden genoten we van het uitzicht, zeker, maar spraken toch ook over hoe Buddingh’, Hardy of Lawrence hierover misschien wel geschreven hadden.Kortom aan het praten over boeken beleefden we vaak nog meer plezier dan aan het lezen -dat ’s avonds in het tentje bij tekortschietend lamplicht plaatsvond. Eindeloze ontmoetingen, op papier en in werkelijkheid.
Irene de Vries werkte voor de bibliotheek Zaandam en Amsterdam, vanaf 1974 als filiaalhoofd en beleidsmedewerker. Eindeloos spraken wij over boeken, van 1971 tot kort voor haar overlijden op 13 januari 2014. Dat aan dit gesprek een einde gekomen is bedroeft mij niet alleen, maar al haar vrienden en alle collega’s van de OBA.