Boekenblog 183; Cees Nooteboom (80) reist verder
Te lang is het geleden dat ik boeken van Cees Nooteboom las. Maar tot 1990 heb ik er aardig wat gelezen. Romans, reisverhalen, kronieken en zelfs gedichten -ik genoot ervan. De onvermoeibare reislust van A. den Doolaard was voor Nooteboom een groot voorbeeld “ en dat wilde maar niet overgaan”, schreef hij aan de echtgenote van Den Doolaard. Dat kun je wel stellen. Kortgeleden vertelde Nooteboom wat hij voor het komend jaar in de planning heeft. Het is van een jaloersmakende vitaliteit! ! Want Cees Nooteboom is op 31 juli 80 jaar geworden.
Inhaalslag?
De grootste reizende Nederlandstalige schrijver, dat is toch niet teveel geschreven. Nu zijn dit soort uitspraken, “de grootste levende”, “de beroemdste dode”, de “beste dit-en-dat”, allemaal nogal zinloos, want als je niet van Nooteboom’s boeken houdt, denk je al snel: het zal wel. Maar dat lezen van Nooteboom’s boeken, dat kan ik u wel aanraden. Straks, in oktober, als hij, dankzij de inspanningen van Duitsland en Spanje, als eerste Nederlander de Nobelprijs voor Literatuur krijgt, moet u te laat een inhaalslag beginnen. En dan ook nog tegen uw zin. Nu, in vakantietijd is het lezen van reisboeken als Een avond in Isfahan, Voorbije passages, De omweg naar Santiago of De zucht naar het Westen een groot genoegen. Niet alleen krijg je prachtige zinnen mee – Nooteboom is een echte ‘mooischrijver’ – maar ook geweldige observaties, kunsthistorische verhandelingen en filosofische overpeinzingen. Dat gebeurt niet erg nadrukkelijk; Nooteboom veronderstelt kennis maar vooral inleving bij zijn lezers. Geen schrijver die je aan het handje meeneemt. Dat vindt niet iedereen even leuk, en zo komt het woord arrogant wel eens naar voren.
“Tja” (Martin Bril)
Juist bovengenoemde combinatie maakt Nooteboom voor mij zo spannend. Het is hoogst persoonlijk, het is eigen, het is uit nieuwsgierigheid geschreven. De stof van al die reisverslagen, vroeger veelal in De Volkskrant verschenen, later in het maandblad voor de happy few Avenue, werd verwerkt in romans als Rituelen (zijn beste wat mij betreft), Philip en de anderen, Een Lied van schijn en wezen en Allerzielen. Geen boeken die gemakkelijk weglezen; er wordt heel wat in weggedroomd en gesuggereerd! Maar de beloning is er dan ook naar: originele verhalen die zich overal en nergens afspelen, zonder allerlei dooddoeners in de zinnen en stijl.
Open en dicht
Te weinig mensen zijn enthousiast over Cees Nooteboom. Men vindt hem ongrijpbaar, cerebraal – dat is te filosofisch en zwaar op de hand – verliteratuurd en ook nogal eens te weinig “politiek betrokken”. Lees dan De Parijse beroerte, of Berlijnse Notities. In tegenstelling tot de meeste Nederlanders is Nooteboom altijd daar waar het gebeurt/gebeurde en doet daar niet alleen verslag van, maar neemt ook stelling. Dat heeft hij, maar dan anders, gemeen met Arnon Grunberg. Daarnaast doet hij me vaak aan Louis Couperus denken: onvermoeibaar op pad, overal thuis, maar niet in eigen land (Nooteboom was vorig jaar in totaal 14 dagen in Nederland), alles in zich op zuigend en dan volgen schitterende zinnen en fraaie overpeinzingen. En allebei kregen ze de Nobelprijs, die hen zo toekomt, niet.
Ik wens Coos Neetebeem, (met dank aan Drs P., Cees Nooteboom dus) een heel mooi tachtigste levensjaar. Ik ga in dat levensjaar eindelijk De omweg naar Santiago, lezen; het staat al drie jaar in mijn kast.