Boekenblog; Simon Vestdijk: man tussen vele vrouwen
Ik schrijf dit op 17 oktober, geboortedag van Simon Vestdijk (1898-1971) en mijn moeder (1929-2000). Dat maakt me al jaren gelukkig. Mijn moeder en Vestdijk, dat ging niet samen, ze heeft niets van hem gelezen. Ik zou ook geen titel weten die haar had aangesproken. Ze las graag, maar vond er weinig tijd voor. Ze was onder de indruk van De grote zaal van Jacoba van Velde, en ook Sal Santen vond ze mooi. Ik vind trouwens dat iedere Amsterdammer de boeken van Sal Santen mooi moet vinden, evenals dat er een brug, straat, plein naar hem genoemd moet worden.
Vestdijk en Ishiguro
Terug naar Simon Vestdijk - tussen 1950-1970 de eeuwige Nederlandse Nobelprijskandidaat. Maar zijn boeken waren ondanks hun grote emotionaliteit, te intellectueel en toch ook te cynisch voor die prijs. Dat Kazuo Ishiguro nu de gelukkige is, begrijp ik. Zijn werk zit vol onderdrukte emotie en mededogen en is schitterend geschreven- ik vond Een kunstenaar van het vlietende leven, Versluierde heuvels en Nocturnes grandioos. Na het zien van de verfilming van The remains of the day, met de fenomenale acteur Anthony Hopkins, ben ik nooit meer aan het boek zelf begonnen, stom natuurlijk, maar ja.
Vestdijk en Amsterdam
Wat voor Santen geldt, gaat ook op voor Simon Vestdijk: waar is het Vestdijkplein in Amsterdam, of een brug, liefst over troebel water, want Vestdijk inspecteerde de menselijke geest intensiever nog dan Paul Simon- maar dit terzijde. Er is een Vestdijkplein in Amstelveen; er zijn Simon Vestdijkstraten in Weesp, Harderwijk, Den Haag, Almere en zelfs in Raamsdonkveer en Duiven. In het laatste dorp zou je trouwens een Daan Zonderlandstraat verwachten, want wie kent niet het onsterfelijke gedicht:
Er staat een boom in Nederland
dicht bij het plaatsje Duiven
Daar groeien rode neuzen aan
en al die neuzen snuiven.
Zodra het echter winter wordt
en het begint te vriezen
dan worden al die neuzen paars
en al die neuzen niezen.
Geen Vestdijkstraat dus in Amsterdam, de stad die naast zijn geboorteplaats Harlingen en uiteindelijke woonplaats Doorn ongelooflijk belangrijk voor hem was. Talloze Vestdijkromans spelen in Amsterdam, te beginnen met de Anton Wachtercyclus, De dokter en het lichte meisje, De kellner en de levenden en De redding van Fré Bolderhey. In het laatste boek de hallucinerende beschrijving van de toenmalige Openbare Leeszaal en Bibliotheek aan de Keizersgracht! In 2007 verscheen Wij blaad’ren in de grachten als in boeken: Amsterdamse gedichten, samengesteld en ingenaaid door weduwe Mieke Vestdiijk. Mooi hoor! De Westertoren bij avond, Oudezijdskolk, Thorbeckeplein…
Vestdijkfestival
Wèl in Amsterdam, in de Centrale OBA, zaterdag 4 november, het Vestdijkfestival, (Marja Pruis), het jaarlijkse symposium van de Vestdijkkring. Voorafgegaan door nummer 130 van de Vestdijkkroniek, vrijwel geheel gewijd aan het symposiumthema: Vrouwendienst, naar de gelijknamige gedichtenbundel uit 1934. Populair gezegd: Vestdijk en de meisjes. Een schitterend thema, want in vrijwel iedere Vestdijk spelen vrouwen een grote rol. Sterker nog: de beste ingang tot Vestdijk is zo’n roman, of het nu De koperen tuin is -hij beschouwde dat als zijn mooiste roman-, De vuuraanbidders met de fantastische Lysbet, Rumeiland met pirate Anne Bonney of mijn absolute favoriet Terug tot Ina Damman.
Al die vrouwen komen ongetwijfeld ter sprake op deze bijeenkomst. Met als hoogtepunt het gesprek over Henriëtte van Eyk, de geliefde van Vestdijk eind jaren ’40, begin jaren ’50, met haar biografe Aukje Holtrop, dezelfde van de meesterlijke biografie over Nynke van Hichtum! Simon liet geen gelegenheid onbenut om vanuit Doorn naar Amsterdam te reizen om Jet te ontmoeten, of zijn “huishoudster” Ans Koster dat nu leuk vond of niet. Henriëtte van Eyk, toen zelf een gerespecteerd auteur –De kleine parade, Intieme revue- was ook dol op Vestdijk. Lees hierover in Wij zijn van elkaar, Brieven 1947-1947 .
Genoeg redenen om weer aandacht te besteden aan het werk en leven van de man die tussen 1935-1965 onbetwist aan de top van de Nederlandse literatuur stond. Velen mochten beter verkopen (Antoon Coolen, Johan Fabricius), velen mochten meer opvallen (Lucebert, Hermans, Mulisch, Reve), een aantal werd schromelijk onderschat (Haasse, Kossmann), maar dat hij de meest veelzijdige was, de beste, daaraan twijfelde niemand. Moeite met kiezen? Lees dan eerst Het gebergte, de tweeënvijftig romans van S.Vestdijk door Maarten ’t Hart en Hugo Brandt Corstius, kritisch en enthousiasmerend. Veel plezier!
Leo Willemse, geboren en getogen in Amsterdam-Noord, werkte vanaf 1973 in talloze functies bij de OBA. Hij nam afscheid in april 2017. Gelukkig schrijft hij nog met regelmaat boekenblogs voor de OBA. Hij leest ongeveer 100 boeken per jaar, van literatuur tot strips. Het resultaat van meer dan 60 jaar lezen vind je terug in zijn Boekenblog waarmee hij in 2010 begon.