Boekenblog; Lezen over Artis
Met enige huiver denk ik terug aan mijn eerste (?) bezoek aan Artis: een kort verblijf op de rug van olifant Murugan. In de jaren ’50 kon dat nog. Die huiver heeft me niet weerhouden een Artisliefhebber te blijven. Nooit verzuimde ik Murugan even op te zoeken, ongetwijfeld zou hij me herkennen, dankzij zijn olifantengeheugen….
Mijn eerste kennismaking in boekvorm met Artis was niet Pinkeltje in Artis van meneer Dick Laan, maar het boek waarin Dik Trom met de licht stotterende meneer Denappel naar Amsterdam rijdt, in een paardensjees. Dat Dik ook een ritje op een olifantenrug maakt, spreekt vanzelf, evenals dat hij dat illegaal doet. Het verbaast me meer dat hij niet achterstevoren zit!Sinds de oprichting, 1838, is er een karrenvracht aan boeken over de mooiste dierentuin verschenen. Ja, de mooiste, absoluut! Je moet je jeugd ontgroeid zijn om dat te vinden; de prachtige tuin, de beelden en iconen als het Aquarium en het Kerbert (leeuwen-) terras. Plus de benauwende hitte van het Reptielenverblijf, de geur van het Apenhuis, de Steenbokkenrots!
Eindeloos veel dierenboeken
Dierenboeken zijn in bibliotheken altijd zeer geliefd-je begint met Nijntje en eindigt met de steeds mooier wordende boeken over de Natuur, EO-stijl. Of met de fantastisch schrijvende biologen als Maarten ’t Hart, Koos Dijksterhuis, Tijs Goldschmidt, Midas Dekkers. Maarten Frankenhuis bij, Artisdirecteur tussen 1990-2003, is ook zo’n bioloog. Lees zijn heerlijke boekje Variaties in voortplanting: paren en baren in Artis. Met de onaangedaanheid van een bioloog schotelt hij ons de meest verbazende variaties in jawel, voortplanting voor. Jelle’s Weekdier, wekelijks in Trouw, verbleekt hierbij.
Artis had wel meer goede auteurs onder zijn personeel: Han van de Werken, van de handzame Artis Encyclopedie, handzaam omdat hij uit slechts zes delen bestond. Het was een mooie opmaat naar het serieuze werk: Het leven der dieren van Alfred Brehm, om hopeloos te eindigen met de allesomvattende serie van Grzimek, een naam als een onbekend roofdier. Dan hebben nieuwsgierige kinderen van nu toch meer geluk. Waren mijn dierenboeken serieus, dik, met altijd te weinig plaatjes, nu is er zoveel dat namen noemen zinloos is. Nou, eentje dan: Hoera, we gaan naar Artis van Joke Linders, verschenen bij het 175-jarig bestaan van Artis. Zo’n boek wens je de OBA bij haar 100-jarig bestaan (2019!) ook toe.
Literaire herinneringen
Er zit heel veel romantiek in Artis. Talloze stelletjes of verliefden die hoopten een “stel ”te worden gingen daarvoor speciaal naar de dierentuin. Heeft dat zijn weerslag in de literatuur gekregen? Gek genoeg schiet me niks te binnen. Het is vast te vinden in Wandelen door Artis (2001) van Ko van Geemert en, hé, Maarten Frankenhuis. Gerard Reve woonde enige tijd tegenover Artis, dus bezocht heeft hij het zeker. Wel zijn er gedichten. Chris van Geel bijvoorbeeld:
Onderduiker in Artis
De smalle man in zwarte jas
loopt langs de kooien, gaat in 't gras
bedeesd staan naast de pelikaan,de ooievaar, de maraboe.
Zijn jas knijpt hij tersluiks stijf toe.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Hij kijkt niet meer hoe laat het is.
Hij wacht op het etenreikend kind
dat aandacht veinzend voor de dieren
hem in het Nijldal vindt bij vieren.
't Is Mozes' uur. Hij is gevonden.
Het brengt hem bieten in een pan.
Het Entrepotdok fluit.
Hij schrikt ervan.
Uit: Spinroc en andere verzen, 1958
Of dit fragment uit Op een bank in Artis van Hanny Michaelis :
Op een bank in Artis/zitten ze met hun drieën/overgewipt uit het huis van joodse bejaarden. Eens/waren ze moeders, hadden/ze een man, familie/Dat was vroeger ( )
Ik sluit deze mijmering af met mijn favoriete Gerrit Kouwenaar-gedicht: Lege volière in Artis. Het vertelt over onder meer hoe leeg Amsterdam is na de uitmoording van de Joden. En let op zijn vogelalfabet!
Deze kooi waar ooit exotische vogels in huisden/staat leeg, zij aten geen brood, dood/gaande in een oase/stierven zij uit//volgend de overlevende paden/door de sneeuw van het huidige jaar/proeft men ranja, geen tranen//spelt me aan de hand van een alwetende vader/des zondags de ara, de beo, de condor// hoort men des nachts in een bezette kamer/het stampen en snuiven van hongerige beesten/dwars door de stilte van ontvolkte huizen//de kooi staat leeg, men kauwt/het woord oase, voert de duiven pinda’s/op honderd meter kankert de vrede, men denkt/dit is beter, het sneeuwt, het is heden-
In 1971 werd Artis bedreigd, Artis moet blijven, maar nu is wel duidelijk: Artis is een blijvertje!
Leo Willemse schrijft sinds 2009 Boekenblogs voor de OBA.
* voor méér Hannen http://www.minigroove.nl/artis1.html
* excuus voor het vergeten van Dick Hillenius en Reinier Spreen