Boekenblog; Levenspaden : wandelen, lezen, bespiegelen
“Het levenspad is vol onoverzichtelijke hoeken en verraderlijke bochten. Sommige mensen ervaren pieken en dalen, anderen ervaren het leven als glooiend. Een heuvel kan zich laten voelen als een vals plat, omhoog of geleidelijk bergafwaarts. Vaak is het een pad dat we alleen moeten gaan. Op sommige trajecten is er het geluk dat je een eindje met elkaar op kunt lopen.”
Zo begint Levenspaden: over wandelen en onderweg zijn (2016) door Marinus van den Berg en Wim Huijser. Geen regels waarbij ik denk: lezen dat boek! Toch hield dit boek me drie weken in een houdgreep. Hoe zulks?
De paden op; daarna lezen!
Wandelen door bos en hei, langs strand en zee of over berg en dal, ontspant mij. Mooi weer, slecht weer-het maakt me niet uit, gewoon het hoofd leegmaken . Daarna op de bank met een boek dat uit mijn handen glijdt wegdoezelen is dan het allermooiste. Levenspaden verbindt beide grootheden met elkaar. Van den Berg en Huijser wandelen veel en vaak alleen. Ook zij maken hùn hoofd leeg van alle soorten beslommeringen. Ze reflecteren op wat ze de afgelopen tijd hebben meegemaakt. Ze schreven elkaar daarover in 2015 vier maanden lang in een columnachtige vorm. Ze gaan niet met elkaar in discussie. De stukken gaan alle kanten op, maar wat het voor mij zo interessant maakt is dat ze in vrijwel elke beschouwing terugvallen op boeken. Nieuwe boeken-vooral Marinus koopt zich een ongeluk aan romans, gedichten, kunst, levensbeschouwelijke lectuur. Ze grijpen ook terug op boeken die ze al jaren met zich meedragen: Carmiggelt, Bomans, Nescio. Beiden hebben logischerwijze een grote voorliefde voor, samengevat, wandelboeken: Jac. P.Thijsse, John Jansen van Galen, pelgrimstochten, klompenpaden. Het waaiert alle kanten op, en dat is voor deze bibliothecaris een groot genoegen. Marinus van den Berg schrijft al jarenlang over ouder worden, stervensbegeleiding en rouwverwerking-hij was pastor in een verzorgingstehuis. Wim Huijser publiceerde in 2014 de prachtige biografie over de Dordtse auteur C. Buddingh’. Zijn naam op de kaft was mijn reden om dit boek te lezen. Echte boekenliefhebbers kennen hem van zijn stukken in Boekenpost.
Levenspaden
De ondertoon van de stukken is behoorlijk serieus. De heren vervallen zelden in een grap. Ze laten volgens de flaptekst, en die komt van een uitgeverij die niet uit is op effectbejag, zien dat onderweg-zijn een prachtige manier is om jezelf te ontwikkelen, en stil te staan bij je eigen levensloop. Helemaal waar, ik las ontroerende verhalen over de familie van de auteurs; bespiegelingen over mensen die door van den Berg zijn begeleid naar hun levenseinde of een rouwproces. Indrukwekkend was zijn leesverslag over Turbulentie: Ik overleefde een vliegtuigramp, door Annette Herfkens. Het een beetje rondstruinen door Gelderland en Overijssel, en de literatuur en herinneringen die daarbij boven komen drijven, maken de bijdragen van Huijser zo goed. Beiden verstaan de kunst om in eenvoudige, rake taal hun gedachten weer te geven. Dat is knap, want dit boek staat in de bibliotheek in de rubriek 172 levenskunst. Boeken in deze zo nuttige afdeling –wie wil de kunst van het leven niet leren?- blinken wat mij betreft vaak uit in onbegrijpelijk, invoelend proza. Vaak noemt deze boeken spiritueel. Die zijn zelden aan mij besteed. Het levensbeschouwelijk proza van Van den Berg en Huijser stijgt hierboven uit. Een heerlijk, inspirerend, boek om na doorleefde wandelingen wekenlang mee op de bank te liggen.
Leo Willemse