Boekenblog; het versnipperde bestaan van Kees Fens, leermeester (1929-2008)

Gepubliceerd op: 27 juni 2014 09:36

Wiel Kusters biografie over Kees Fens

De naam Kees Fens komt geregeld in dit Boekenblog voor. Niet vreemd want tussen 1964-1982 werkte Fens als docent op de Frederik Muller Academie in Amsterdam, de eerste dagopleiding voor bibliothecarissen. Drie jaar was ik daar student, dus ook van hem en ik ben daar eigenlijk dagelijks gelukkig mee.

Tussenteksten

Maar Kees Fens was voor duizenden mensen natuurlijk de man van de boekrecensies in Dagblad De Tijd, van de rijke maar ook wel zware Maandagstukken in De Volkskrant en van nostalgische columns over Amsterdam in het tijdschrift Amstelodamum, het geleerde broertje van Ons Amsterdam. Te weinig mensen weten dat Fens ongelooflijk geestig schreef over sport: Waarom ik niet tennis (en ook niet hockey) en zeer intiem kon schrijven over poëzie, eveneens in De Volkskrant. Misschien het allermooist, om een typische Fensaanhaling te gebruiken, waren de stukken van een pagina die hij vanaf de jaren 70 in het weekblad De Tijd publiceerde onder de schuilnaam A.L.Boom, later uitgegeven als De eenzame schaatser en Meneer en mevrouw Aluin. Deze stukken waren niet alleen beschouwend, maar ook verhalend en schetsmatig, en bovenal zeer melancholiek. Fens wist zelf blijkbaar niet wat voor stukken het waren, dus noemde hij ze doorslagen van de tijd en tussenteksten.

Amsterdam-West

Een bijzondere man, opgegroeid in dezelfde buurt in toen nog redelijk nieuw Amsterdam-West, in de Chasséstraat tegenover de katholieke kerk, waar hij, naar eigen zeggen, de gelukkigste tijd van zijn leven had beleefd. In een film over Fens, waarin regisseur Hans Keller hem volgt tot kort voor zijn dood, in 2008, betreedt Fens de Chassekerk nog een keer. Hij is nog niet binnen in dat jarenlang bijna dagelijks bezochte, maar als kerk niet meer gebruikte gebouw of hij roept ”Grote God!” Naast literatuurrecensent was Fens ook een groot kenner van de Westerse cultuurgeschiedenis, daarover schreef hij in de Maandagstukken. Hij was aangegrepen door de dreiging van verlies van de kennis hierover. Dit zag hij in de aftakeling van zijn buurtkerk belichaamd, vandaar die kreet. Dat leg ik hier, samen met talloze anderen nogal zwaarwichtig uit, en het is ook wel zo, maar ik denk dat vele, minder intellectualistisch aangelegden bij het betreden van hun kerk uit hun jeugd nauwelijks anders zouden reageren. Dat doet natuurlijk niets af aan de ongelooflijke emotie van Kees Fens.

Presentatie biografie

Salamanders vangen

Dinsdag 23 juni werd in het Theater van ´t Woord de biografie over Kees Fens, Mijn versnipperd bestaan, geschreven door dichter-essayist-hoogleraar Wiel Kusters, gepresenteerd. Het was een bijzondere avond, waarin voor een volle zaal met familie, vrienden, literatuurkenners en, vooruit wat oud-studenten en een enkele dochter van een jeugdvriend, vooral werd gesproken over de betekenis van Fens voor de Nederlandse literatuur. Begrijpelijk, daarmee associeer je hem het meest. Zijn belang voor de ontdekking van Jan Wolkers, zijn waardering voor de fijne dierenverhalen van Anton Koolhaas en zijn teruggrijpen naar het belang van Ter Braak en Du Perron. Mooie zwartwitbeelden maakten ons nostalgisch. Hij las Wolkers zo goed dat deze tijdens een lezing op de bibliotheekacademie zei: “Hij haalt uit mijn boeken dingen waar ik me niet bewust van was, maar ze kloppen wel!”

Wiel Kusters, die ik als auteur van zijn terugblik op zijn jeugd in het  Limburgse Spekholzerheide, prachtige plaatsnaam, zeer bewonder, sprak liefdevol en respectvol. Beide auteurs lijken op elkaar in achtergrond en uiteindelijke bestemming, al heeft Kusters in zijn jeugd door het publiceren van dichtbundels een stap gezet die Fens nooit heeft gemaakt: creatieve verwerking in gedichten of verhalen of zelfs een roman. Al zou ik de tussenteksten van A.L.Boom en de onversneden autobiografische verhalen in Het geluk van de brug en Nabij wel zo willen aanmerken. Grappig is ook dat Fens wel - Fensuitdrukking!- superieure bloemlezingen publiceerde (Goedemorgen, welterusten; gedichten voor kinderen en andere volwassenen, bijvoorbeeld) en zich sterk maakte voor de literaire erkenning van Annie M.G.Schmidt. Kusters schreef daarentegen zelf gedichten voor kinderen zoals Salamanders vangen.

Eindeloos

De naam Kees Fens zal hier nog geregeld vallen. Deze leermeester, een prachttitel uit zijn rijke oeuvre, heeft teveel in mij (en talloze anderen) nagelaten om dat te vermijden. De biografie, schitterend uitgegeven bij Athenaeum, ligt voor me. Het prima stuk over de FMA (p.184-189) smaakt naar het hele boek!

Leo Willemse.