Boekenblog; Een Lange Boekenreis
Met de OBA maakte ik een heel lange reis door het heelal van het boek. Sinds 2009 schrijf ik over mijn ervaringen van die eindeloze reis, tot 2014 in aansluiting op mijn wekelijkse Boekenrubriek bij AmsterdamFM. Hierdoor besefte ik keer op keer opnieuw de rijkdom van een openbare bibliotheek, van het kleinste filiaal - Duivendrecht - tot de allergrootste vestiging in Nederland, de Centrale OBA.
Geen boekhandel, fysiek of digitaal kan er tegenop: een beredeneerde collectie boeken –mijn blog gaat alleen over boeken- voor heel jong tot heel oud. Van het allereerste prentenboek tot - voor degenen die het allemaal niet meer kunnen bevatten - boeken waarmee het geheugen weer gestimuleerd wordt. Plus de medewerkers daarachter en die altijd klaarstaan om u te adviseren. Ze doen dat persoonlijker dan de via duistere algoritmes voorgebakken tips van interplanetaire, onzichtbare boekondernemingen. Zo, dat moest er even uit.
Op naar vergetelheid?
Ja, dit is het laatste Boekenblog dat ik voor de OBA schrijf, nummer 375. Het Boekenblog dat voor het laatst auteurs noemt die richting vergetelheid -een plekje in dat onafzienbare heelal- schrijden, want laten we hopen dat het langzaam gaat voor bijvoorbeeld Alfred Kossmann, Max Dendermonde, Ben Borgart, Sal Santen, Henk Romijn Meijer, Sini Greup-Roldanus en Mary Dorna, om Aya Zikken en Marcellus Emants maar niet te vergeten, en al die anderen die allang een plekje in het eindeloze zwerk vonden. Schrijvers die hun best deden om hun verhaal aan u te slijten, uit innerlijke noodzaak (zoals Max de Jong, Hans Warren, J.J.Voskuil), om u iets bij te brengen Jac.P.Thijsse, Midas Dekkers) of gewoon om geld te verdienen (verreweg de meeste anderen). Ik had er nog een aantal aan die nakende vergetelheid willen ontrukken: Hans Münstermann, Jos Ruting, Lisette Lewin, Frans Coenen…en dan is dan nog maar het Nederlandse aandeel in het firmament!
Maar mijn voorliefde voor boeken gaat veel verder dan romans: de Bommelverhalen van Marten Toonder, de teksten van Annie M.G.Schmidt, de gedichten van C.Buddingh’, Gerrit Kouwenaar en H.C. ten Berge en van J.C. en ook Rein Bloem, de onverbeterlijke vertalingen van alle Beatlesliedjes door Bindervoet en Henkes, de tekeningen verzameld in heerlijke uitgaven van bijvoorbeeld Peter van Straaten, Fiep Westendorp, Max Velthuijs en Dick Bruna. Nog steeds zijn we in Nederland!
Naar het Zuiden: eerst Vlaanderen, natuurlijk met Willem Elsschot. Zijn verzameld Werk, cadeau gekregen na een bibliotheekstage in 1971, las ik sindsdien vier keer. Mijn persoonlijke favoriet, voornaamgenoot Leo Pleysier, maar ook Luuk Gruwez en ook Stefan Hertmans, ondanks de vernietigende kritiek van de al even onverbeterlijke Maarten ’t Hart op Oorlog en terpentijn. Verder over de grenzen ga ik maar niet ondanks mijn grote liefde voor de literatuur uit Groot-Brittannië, waar ik geregeld over schreef: Anthony Trollope, Charles Dickens, William Boyd, Jonathan Raban, Robert McFarlane, Joseph O’Connor (Stella Maris!) en te weinig over schreef: Graham Swift, Ian McEwan, Anthony Burgess (eindelijk is Earthly Powers (1982) vertaald!), William Trevor, de rij namen is eindeloos…
Namenvallen
Ik verval in name dropping. Dat is niet om te laten zien wat ik allemaal gelezen heb -laatst nog het machtige Opstanding van Leo Tolstoj- maar uit enthousiasme. Vandaar nog een paar schrijvers die ik de afgelopen jaren met veel plezier las: Sandor Maraï, Irène Némirovsky, Hans Fallada en Muriel Spark -o wat was zij groot in de jaren ‘50/’60 en nu…alleen in vergeelde Salamanderpockets of natuurlijk in de onvergelijkbare Penguins. Begin aan Memento Mori, haar afrekening met spiritisme en je bent aan haar verslingerd.
Jacques Klöters, mijn favoriete radioman en biograaf van de Nederlandse kleinkunst, was een eerbetoon gegund. Het komt er niet meer van. De fabuleuze illustratrice en dichteres Bette Westera stond op mijn lijstje, net zoals Jos Ruting, de schrijver-bioloog (Lydia en de Zwaan, In de mierenrijken) en zijn tekenende zus Lotte, ontwerpster van menige romanomslag van Simon Vestdijk (en echtgenote van Jan G.Elburg, over wie ik gelukkig wel een boekenblog schreef). Als lid van de Vestdijkkring schreef ik uiteraard meerdere keren over de duivelskunstenaar uit Doorn. Ook Christine Kliphuis, de serieuze schrijfster voor kinderen en volwassenen (Het oor van Leonoor, Mijn hoofd is hol) was een blog waard. Gelukkig heb ik haar in de Boekenrubriek geïnterviewd! Nou ja, no use crying over spilt milk. Talloze anderen heb ik wel besproken, genoemd, allemaal om u warm te krijgen voor mooie boeken om te lezen.
Dat was me een eer, maar het is nu genoeg. Ik lees nu boeken zonder na te denken over het Boekenblog. Dus onbevangen lees ik Hanny Michaelis, De wereld waar ik buiten sta:Oorlogsdagboek 1942-1945; Herman de Coninck, Onbegonnen werk, gedichten 1964-1982 en James Wood,Tintelingen, het lezen en schrijven van literaire fictie. Dit laatste op aanraden van - allerlaatste tip- van Willem G.Weststeijn, Een jaar lang lezen:verslag van een verslaving. Deze onschuldige verslaving wens ik u van harte toe.
Afscheidsgroet
Dagelijks kijk ik naar mijn ouders op de boekenkast, en daar staat een van hun gekregen boekje, een fragment uit Multatuli’s nog lang niet vergeten Max Havelaar. Met de titel ervan neem ik afscheid van u, met dank voor het lezen van deze Boekenblogs, en met dank aan de OBA. Ik groet u allen zeer!
Leo Willemse werkte van juli 1973 tot mei 2017 in allerlei functies voor de OBA.
Lees meer blogs