Boekenblog; Nicolaas Matsier: Zelfverklaard autobiografisch
Wie las het boek niet, in de jaren ’90, Gesloten huis, van Nicolaas Matsier, zijn eerste en “zelfverklaarde autobiografische roman”? De weergave van hoe om te gaan met het definitieve afscheid van “je”ouders door terug te blikken op jeugd en de daarbij behorende voorwerpen. En ja, ook het (gereformeerde) geloof speelde in dit schitterende boek ook weer een rol.
Matsier leek naadloos te passen in het rijtje van auteurs die afrekenen met hun geloof. Maar dat lag toch wel even anders. Natuurlijk, beroemd is de beschrijving waarin de schrijver samen met zijn boezemvriend van de middelbare school, de latere vertaler Gerard Koolschijn, op een wandeling door Den Haag het geloof verliest, maar tot een afrekening komt het helemaal niet. Nee, het boek is een briljante, gedetailleerde (het stofdoekenmandje, de terlenka broeken, de “wolletjes”, de eerste wasmachine!) herbeleving van een jeugd en een tijdperk dat voorheen in het fijne radioprogramma Theater van het Sentiment historisch - muzikaal uitgewerkt werd.
Bevrijd door een boek
De onverwerkte rouw over een jonggestorven broertje en zusje bezorgde Nicolaas Matsier (pseudoniem van Tjit Reinsma, 1945) als volwassene een mentale crisis, die hij met geest en humor in woorden weet te vatten - zoals deze hele gefragmentariseerde roman als een bergplaats van herinneringen gezien kan worden - met Matsier als makelaar in geestelijk goed. (juryrapport AKO Literatuurprijs 1994 bij Gesloten Huis)
De roman, gepubliceerd na twaalf jaren stilte, was een enorm succes. Matsier die debuteerde als schrijver van verstilde, bijna stilstaande verhalen als Oud Zuid en Scheltema Oostersche Kunst, moet zich in alle opzichten bevrijd hebben gevoeld. Met zo’n succes is iedere uitgever blij met je, en je kunt schrijven waarover je wilt, en in welke vorm dan ook. Toen Hersenschimmen verscheen, en Bernlef eindelijk het publiekssucces had dat hem al zo lang toekwam, voelde hij zich ook bevrijd; ik weet zeker dat Thomas Rosenboom hetzelfde beleefde met Publieke Werken en Herman Koch met Het Diner. Ineens, niet bewust, de erkenning gekregen op de juiste weg te zitten, en daar voldoening uit putten. Het kan ook tegen je werken, maar dat is meer bij debutanten: komt Peter Buwalda ooit met een even goed boek als Bonita Avenue? Ik hoop van wel.
Verhandelingen, ontdekkingen, details
Nicolaas Matsier is namelijk het tegendeel van een romanschrijver – al verscheen in 2005 een aanklacht in romanvorm, Het achtenveertigste uur. Hij is een briljant observator, een man die van ogenschijnlijk niks een ongelooflijk lezenswaardig en fijn - humoristisch stuk kan maken. Al die stukken vormen dan zijn levensverhaal. Je zag het al in de verhalenbundel Oud Zuid, gelezen in 1978, herlezen in 1995. In een vergeeld knipsel, aangetroffen in mijn exemplaar, schrijft Gerrit Komrij (27 maart 1976, Vrij Nederland): “Matsier zou over een sigarenbandje een adembenemend verhaal kunnen schrijven, en over drie sigarenbandjes een thriller. “ Tot op heden wacht ik op die thriller, maar met Onbepaald vertraagd, De eeuwige stad, Ida stak een zebra over, Dicht bij huis, De Bijbel volgens Nicolaas Matsier en Compositieportret: een man in trefwoorden (2015) was ik ook gelukkig.
“Een autobiografie in columnachtige delen”, zo omschrijft Coen Peppelenbos op de voortreffelijke literaire website Tzum – Compositieportret. OK, daarna is zijn conclusie mij iets te zuur. Zeker, Peppelenbos roemt de terloopse manier waarop Matsier vertelt hoe zijn vrouw en hij worden overvallen door haar plotselinge ernstige ziekte. De stukken over een grafschrift of jeugdherinneringen krijgen dan meer lading. Zelf vind ik de manier waarop de ziekte het leven van “de Matsiers” binnensluipt -en daarmee het boek- zò subtiel dat je bijna de weerslag ervan vergeet. Komt er dan weer een stuk met meer informatie over het ziekteproces, Vergeetboek bijvoorbeeld, dan is dat besef nòg beklemmender. Lees Compositieportret om te weten hoe het “afloopt”, al is het dus geen roman. Maar de laatste bijdrage had ik al verteld dat het boek van Aforisme naar Zij loopt?-, is een gevoelige liefdesverklaring, Zij: Ik houd van haar. Tegen wie zeg ik dat? Rustig nou maar. Ik probeer erover na te denken wat dat is, houden van. Maar als je al heel lang van iemand houdt, dan zeg je dat toch niet meer? Ik hou van jou? Misschien af en toe, op nader te benoemen momenten.
Herkenbaar, en in al zijn eenvoud prachtig geformuleerd. Maar dat Nicolaas Matsier echt kan schrijven, weet ik al sinds dat Komrij mij op hem attendeerde: verhalen, essays, verhandelingen, Bijbeluitleg, kinderboeken, vertalingen en beschrijvingen van voorwerpen, gebruiken uit het (voorheen) dagelijks leven. En soms, heel soms een roman. Maar altijd de moeite waard!
Leo Willemse, geboren en getogen in Amsterdam-Noord, werkte vanaf 1973 in talloze functies bij de OBA. Hij nam afscheid in april 2017, maar schrijft gelukkig nog met regelmaat boekenblogs voor de OBA. Hij leest ongeveer 100 boeken per jaar, van literatuur tot strips. Het resultaat van meer dan 60 jaar lezen vind je terug in zijn Boekenblogs waarmee hij in 2010 begon.
Lees meer OBA-blogs.